Om deze document te kunnen lezen moet je javascript aanzetten.


mdecreet-bsg_bestanden/20160901_briefhoofd-buso.png


Co-teaching: 1 + 1 = 3. Met twee weet je meer!



Deze tekst valt onder het auteursrecht en is dus copyrighted.
Wanneer je de tekst of een deel eruit wil overnemen, afdrukken of copiëren,
is het normaal dat je daarvoor schriftelijk toestemming vraagt aan de rechthebbenden.
Dit kan op info@sintgregorius.be



1. Wat is co-teaching?

Bij co-teaching werken twee leerkrachten in één klaslokaal als gelijkwaardige partners samen om zoveel mogelijk leerlingen de doelstellingen van een les of een lessenpakket te laten halen.
Bron: http://www.steunpuntgok.be/downloads/goktip_co_teaching.pdf

Ze dragen samen de verantwoordelijkheid voor een klasgroep.

Sinds de invoering van het M-decreet moeten scholen redelijke aanpassingen voorzien zodat elke leerling tot leren kan komen. Dat hierbij de draagkracht van de begeleidende leerkracht of het schoolteam onder druk komt te staan, is een veel gehoorde bezorgdheid. Manieren die deze draagkracht kunnen versterken, zijn daarom meer dan welkom.


1.1 Co-teaching binnen de pre-waarborgregeling

Vanuit het projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden van het Katholiek Onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen 'co-teaching' en 'teamteaching'. Onder 'teamteaching' verstaan zij twee leerkrachten uit het gewoon basisonderwijs (BAO) die allebei de opleiding onderwijzer volgden en die meestal reeds lesgaven in dezelfde basisschool. Bij co-teaching gaat het om personeelsleden met een verschillende opleiding en/of expertise die samen de verantwoordelijkheid voor een klas dragen. Concreet gaat dit over een leerkracht BAO en een personeelslid uit het buitengewoon basisonderwijs (BuBaO) die samen als gelijkwaardige partners voor de klas BAO staan.
Bron: “Samen sterker op de klasvloer via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet Vanhove (projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden).

Deze visie van co-teaching kadert binnen het M-decreet en de daarbij horende (pre-)waarborgregeling. In het M-decreet heeft de Vlaamse overheid immers bepaald dat de leerlingenstroom van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs geen besparing mag inhouden. De zogenaamde waarborgregeling garandeert dat er geen middelen verloren gaan. Eén jaar vroeger dan verwacht heeft de Vlaamse overheid vast gesteld dat er 906 leerlingen minder in het BuBaO zitten. Daarom werd een pre-waarborgregeling uitgewerkt waarin de regering bepaald heeft dat de in het buitengewoon onderwijs vrijgekomen lestijden en uren in het schooljaar 2015-2016 kunnen gebruikt worden om het BAO te ondersteunen. Voor het katholiek basisonderwijs werden de middelen uit deze pre-waarborgregeling ingezet in het project 'Samen sterker op de klasvloer'. Bij dit project wordt ingezet op ondersteuning op de klasvloer via co-teaching. In het schooljaar 2015-2016 werden 84 personeelsleden uit het BuBaO ingeschakeld om aan co-teaching te doen in één of maximaal twee klassen in een gewone basisschool.

In het schooljaar 2016-2017 zal dit project verder worden uitgebreid. De huidige pilootscholen kunnen een tweede projectjaar aanvragen en ook nieuwe scholen kunnen zich kandidaat stellen. Naast co-teaching zullen ook enkele vernieuwende projecten worden opgezet. Deze worden gebundeld onder de noemer ‘BuBaO in duo met BAO'. Ook hier is het de bedoeling dat er extra ondersteuning vanuit het BuBaO naar het BAO komt. Ook voor het secundair onderwijs zullen er in het schooljaar 2016-2017 een beperkt aantal lesuren vanuit het buitengewoon secundair (BuSO) worden ingezet in het gewoon secundair onderwijs (SO).

1.2 Verschillende vormen van co-teaching
Bron: “Samen sterker op de klasvloer via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet Vanhove (projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden).

coteaching.png

1) Eén leerkracht geeft les, de andere observeert

De leerkrachten bespreken vooraf waar de observerende leerkracht zal op letten. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een leerling en zijn gedrag. Leerkrachten kunnen ook elkaar observeren om vervolgens feedback te geven. Er wordt op voorhand afgesproken wat en hoe ze zullen observeren en hoe de informatie wordt genoteerd. Het doel van de observatie is specifieke data te verzamelen om daar vervolgens samen over te reflecteren.
Dit model van co-teaching wordt vaak gebruikt in nieuwe co-teachingsituaties. Het is een veilige vorm om elkaar via doelgerichte observaties beter te leren kennen: wat is de leerkrachtstijl van deze collega of hoe speelt hij/zij in op bepaalde situaties die zich voordoen tijdens de les of activiteit?

2) Eén leerkracht geeft les, de andere begeleidt (ondersteunende co-teaching)

Eén leerkracht is verantwoordelijk voor de instructie aan de groep. De andere leerkracht loopt rond door de klas en begeleidt leerlingen die nood hebben aan extra ondersteuning. Bij dit model van co-teaching worden de rollen regelmatig omgedraaid. De leerkrachten beslissen zelf wie welke rol op zich neemt en houden rekening met elkaars talenten, competenties en noden.

3) Station teaching

De klasgroep wordt in verschillende samenwerkingsgroepen verdeeld. De co-teachers geven aan twee groepen instructie; de andere groepen werken zelfstandig. Nadat de leerkracht een les, instructie of activiteit aan de eerste groep heeft gegeven, schuiven de groepen door, waarna dezelfde les, instructie of activiteit aan een andere groep wordt gegeven. Doordat je met twee leerkrachten in de klas staat, kun je aan twee groepen tegelijk instructie geven. De andere groepen werken zelfstandig aan bepaalde opdrachten. Daarom is een goed doordachte groepssamenstelling heel belangrijk. Werken met heterogene groepen is hier aangewezen.
Het voordeel van dit model van co-teaching is dat het aantal leerlingen per leerkracht verkleind wordt. Zo kunnen de leerkrachten veel intenser met de leerlingen werken, kunnen leerlingen veel meer en actiever aan bod komen in de les en kunnen leerlingen elkaar ook ondersteunen bij het groepswerk. Dit model van co-teaching wordt frequent gebruikt.

4) Alternatieve co-teaching

Eén leerkracht geeft les aan de grote groep leerlingen en de andere neemt een kleinere groep voor haar rekening. Die kleine groep heeft bijvoorbeeld nood aan remediëring, extra individuele instructie, evaluatie of werken aan sociale vaardigheden. Dezelfde leerinhoud wordt in de twee groepen aangeboden, alleen met een verschillende aanpak. De co-teachers stemmen de aanpak af op de noden van de leerlingen. Deze vorm van co-teaching kan ook gebruikt worden bij pre-teaching (= een groep leerlingen krijgt op voorhand de instructie die gaat volgen in de les) en om te differentiëren in de instructie.
Bij alternatieve co-teaching is het belangrijk om voldoende te variëren in de groepssamenstelling en daarbij moet er uiteraard rekening worden gehouden met de behoeften van de leerlingen. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om steeds éénzelfde kleine groep te remediëren. Ook dient men goed na te denken over hoe men de groepssamenstelling aan de leerlingen uitlegt.

5) Parallel teaching

De klas wordt in twee heterogene groepen verdeeld. Dezelfde les wordt gelijktijdig aan die twee groepen gegeven. Doordat de leerlingen in een kleinere groep zitten, is er een grotere betrokkenheid, meer ruimte voor vragen en meer tijd om die te beantwoorden. De leerkracht kan ook beter tegemoetkomen aan een specifieke instructievorm. Dit model kan bijvoorbeeld worden ingezet bij de introductie van een nieuw onderwerp, bij herhaling, inoefening of pre-teaching.

6) Complementaire co-teaching

Bij deze vorm van co-teaching staan de twee leerkrachten samen voor de groep, geven ze samen instructie of begeleiden samen de activiteit. De leerkrachten ondersteunen elkaar en vullen elkaar aan. Er is een wisselende leiding, een evenwaardig partnerschap en beiden zijn verantwoordelijk voor het totaalpakket. Complementaire co-teaching is de zuiverste vorm van co-teaching. Deze vorm leunt sterk aan bij de striktste definitie van co-teaching.


2. Voorwaarden voor succes

De dienst Lerenden van het Katholiek Onderwijs somt ook een aantal voorwaarden op voor succes.
Bron: “Samen sterker op de klasvloer via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet Vanhove (projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden).

Verschillende onderzoeken hebben immers aangetoond dat bepaalde randvoorwaarden vervuld moeten zijn om co-teaching te doen slagen.


3. Zeven tips

Het Steunpunt GOK formuleerde zeven tips als ondersteuning bij de eerste stappen in de wereld van het co-teachen5.

Stap 1: Leer je partner kennen

Het is erg belangrijk dat er een goede band is tussen jou en je partner. Kies iemand bij wie je een goed gevoel hebt. Als je een partner toegewezen krijgt, aarzel dan niet om te melden wanneer je denkt dat het op persoonlijk vlak niet zal klikken. Leerlingen voelen namelijk erg goed aan wanneer er spanning is tussen twee leerkrachten en zij zullen niet aarzelen om die spanning uit te spelen.

Stap 2: Bespreek jullie leerkrachtstijl

Jullie gaan samen een klas leiden. Het is erg belangrijk dat jullie van elkaar weten hoe jullie les geven, wat ieder van jullie belangrijk vindt. Observeer eventueel een paar individuele lessen van je partner, zodat je een goed zicht krijgt op zijn of haar manier van lesgeven.

Stap 3: Analyseer je eigen leerkrachtgedrag

Dit is een erg moeilijke stap. Maar probeer voor jezelf op een rijtje te zetten wat je sterke en minder sterke punten als leerkracht zijn. Vergelijk elkaars lijstje en probeer zo jullie rol in de klas te definiëren. Een goed team is er één waar de sterktes van de individuele spelers het best tot hun recht komen.

Stap 4: Bereid de lessen samen voor

Gebruik niet zonder meer de lesvoorbereiding van één van de twee partners. We willen niet zeggen dat je de lesvoorbereidingen van de afgelopen jaren moet negeren. Neen, vertrek van het materiaal dat er ligt, maar maak wel een nieuwe les. Op die manier zijn jullie samen auteur van de les en zijn jullie beide verantwoordelijk voor het welslagen ervan.


Stap 5: Expliciteer de doelen van de les

Jullie werken samen zodat alle leerlingen de vooropgestelde kennis en vaardigheden verwerven. Om deze missie te doen slagen, is het natuurlijk erg belangrijk dat jullie voor iedere les vastleggen wat jullie willen bereiken met de leerlingen.

Stap 6: Blijf praten

Hoe meer jullie van elkaar weten - op professioneel vlak wel te verstaan - hoe beter. Neem voldoende tijd om te bespreken wat jullie van de leerlingen in de klas verwachten. Zijn jullie even tolerant wat geroezemoes betreft? Hoe gaan jullie om met leerlingen die zich niet aan de regels houden? Op welke manier zullen de leerling-prestaties beoordeeld worden? Blijf ook praten doorheen het traject. Wees niet bang om elkaar opmerkingen te geven of om eerder gemaakte afspraken in vraag te stellen. Blijf vooral niet zitten met ergernissen, want die zullen de kracht uit jullie team halen.

Stap 7: Experimenteer op jullie eigen tempo

Als team creëren jullie niet alleen een veilige leeromgeving voor de leerlingen maar ook voor elkaar. Co-teaching biedt op natuurlijke wijze ruimte om te experimenteren met nieuwe werkvormen, met mogelijkheden tot differentiatie, met diverse leerling-output. Ga niet overhaast te werk. Bepaal samen hoe ver jullie willen gaan met het uitproberen van nieuwigheden.

4. Co-teaching met een leerkracht buitengewoon onderwijs uit het BuSO Sint-Gregorius

Het GON-team uit het BuSO Sint-Gregorius kreeg tijdens het schooljaar 2015-2016 de kans om enkele vernieuwende initiatieven op te zetten. Hierbij werd gefocust op het aanbieden van brede ondersteuning op de gastscholen, de zogenaamde 'systeemondersteuning'. Een belangrijk gegeven, aangezien dit vermoedelijk het pad is dat GON-begeleiders in de toekomst meer en meer zullen bewandelen. Eén van de initiatieven die onder deze systeemondersteuning valt, is co-teaching.

Het is belangrijk om op te merken dat deze ondersteuningsvormen in de toekomst enkel vorm zullen kunnen krijgen wanneer hier extra uren voor beschikbaar zijn.

4.1 Enkele getuigenissen co-teaching vanuit het GON-team van BuSO Sint-Gregorius

Bron: Overzicht systeemondersteuning GON BuSO Sint-Gregorius
“Leerkracht BuO en leerkracht GSO geven samen een vak gedurende een volledig schooljaar. De lessen worden samen voorbereid en vanuit de expertise van beide partners wordt er extra aandacht besteed aan de manier van lesgeven en het geven van opdrachten.  Zaken zoals het niet begrijpen van de opdracht, het niet kunnen vinden van de juiste pagina, ... worden veel sneller opgemerkt waardoor leerlingen vlugger terug kunnen aansluiten bij het lesgebeuren.  Beide leerkrachten hebben hun eigen stijl. De stijl van de ene leerkracht zal meer aansluiten bij de ene leerling en de stijl van de andere leerkracht meer bij de andere leerling. Hierdoor worden meer leerlingen bereikt. De leerkracht BuO is, bij voorkeur, ook aanwezig op de klassenraad voor deze groep.“

“Tijdens individuele opdrachten kunnen leerkrachten sneller ingaan op vragen vanuit de groep, leerlingen moeten minder lang wachten en kunnen sneller vooruit. Dit zorgt voor een hogere basisrust in de klas, wat alle leerlingen ten goede komt”

“Samenwerking tussen een leerkracht BuO en een vakleerkracht Techniek in het 2de middelbaar ASO. De vakleerkracht is expert in zijn vak, de leerkracht BuO in het opmerken van de noden van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB). Hierbij kan de leerkracht BuO de vakleerkracht ondersteunen bij het in de praktijk brengen van tips in het lesgeven, in het opstellen van werkmateriaal, in het voorbereiden van oefenmomenten, in het vooropstellen van evaluatievormen,… in functie van de leerlingen met SOB zodanig dat dit ten goede komt aan alle leerlingen.”

“Elke les wordt samen voorbereid rekening houdend met de doelen, het inrichten van de leeromgeving, de noden van de leerlingen, de werkvormen, de evaluatievorm en de feedback vanuit de evaluatie van de vorige les.”

“Meer schematisch aan het bord brengen van het lesverloop en de te maken taken, herbekijken van bestaande documenten en die meer in stappenplannen gieten, evaluatievormen meer differentiëren zodanig dat verschillende vaardigheden/talenten van leerlingen aan bod komen, werken met heterogene groepen (ook afwisselen met individueel werken), aanpassen van werkvormen aan de hand van de thema’s uit de les. Aandacht voor de instructievorm, opdrachtvorm en samenwerkingsvormen.”

 “Gedurende enkele weken meelopen in de lessen practicum. De leerlingen hebben verschillende proeven uit te voeren, elk groepje heeft een andere opdracht. Hier kan mee gedacht worden over welke structurele hulpmiddelen kunnen helpen om leerlingen zelfstandig te leren zijn tijdens het individueel werken. De vakleerkracht kan ook een deel van de leerlingen opvolgen wanneer de leerkracht BuO individueel feedback geeft. De leerkracht BuO probeert dan aan de hand van socratisch gesprek de leerling te stimuleren in zijn/haar denkproces zodat hij/zij leert een antwoord te zoeken op mogelijke vragen, zelf op zoek gaat naar oplossingsstrategieën. Na deze periode kan de leerkracht BuO de nodige hulpmiddelen uitwerken in samenspraak met de vakleerkracht.” 

 “Gedurende een korte periode ondersteuning bieden in een 1B klas. De klas bestaat uit een kleine heterogene groep leerlingen, die vaak extra noden vertonen. Voor de leerkracht is het niet haalbaar om elke leerling individueel te ondersteunen. Vooral tijdens de praktijklessen techniek en koken is extra ondersteuning zeker aangewezen: verschillende leerlingen hebben individuele verduidelijking van de opdrachten of instructies ‘op maat’ nodig. De aanwezigheid van de leerkracht BuSO kan hier zeker een meerwaarde zijn. De leerkracht BuSO merkt snel op welke leerlingen extra hulp nodig hebben en kan hier direct op inspelen. Vanuit de expertise van de leerkracht BuSO kan hulp ‘op maat’ aangeboden worden. De leerkracht BuSO wordt door de leerlingen ook als een echte leerkracht aanzien. Door de aanwezigheid van een “extra” leerkracht verloopt de les veel rustiger en ontstaat er minder chaos en rumoer.”

4.2 Aandachtspunten bij de opstart van co-teaching

Uit de intervisiemomenten met een aantal co-teachers, kunnen we volgende aandachtspunten voor een goede opstart van co-teaching voorstellen:

4.3 Voorwaarden voor het welslagen

Naast het belang van een goede opstart zijn er ook belangrijke aandachtspunten voor het verdere verloop van co-teaching.

4.4 Voordelen voor co-teachers en leerlingen

Algemeen

Voor de leerlingen

Voor leerkrachten uit het gewoon onderwijs ingeschakeld als co-teacher

Voor de leerkracht BuO

4.5 Uitdagingen

Algemeen

Voor de leerkracht BuO

Voor de leerkracht uit het gewoon onderwijs


4.6 Aan welke vormen van co-teaching wordt de voorkeur gegeven?

Bij een langdurende of structurele co-teaching nemen beide leerkrachten structureel de verantwoordelijkheid op voor een aantal lesuren. De taken (voorbereiding, keuze werkvormen, les geven, organiseren oefenmomenten, evaluatiemomenten, …) worden samen opgenomen i.f.v. een maximale afstemming op de diverse leerlingengroep. Bij een kortdurende co-teaching nemen beide leerkrachten samen de verantwoordelijkheid op voor één of meerdere lessen. Op basis van een concrete hulpvraag wordt gekeken hoe het lesverloop kan worden bijgestuurd i.f.v. de diverse leerlingengroep. Na een periode van co-teaching wordt bekeken of de vakleerkracht bepaalde aanpassingen kan integreren in het lesverloop, zonder de aanwezigheid van de leerkracht BuO.

Beide vormen kunnen zinvol zijn. Het is belangrijk om goed de doelen die men wenst te bereiken voor ogen te houden om zo bewust te kunnen kiezen voor de ene of andere vorm. Het voordeel van een volledig schooljaar samen te werken is dat beide co-teachers de leerlingen goed leren kennen. Door meer in de klas aanwezig te zijn, kan de co-teacher vlugger inspelen op de noden van de leerlingen. Bij een kortdurende co-teaching wordt soms meer kort op de bal gespeeld in klassen of situaties waar het even moeilijker verloopt.

Naast de opdeling kortdurende/langdurende co-teaching wordt ook een onderscheid gemaakt tussen ondersteunende co-teaching, co-teaching waarbij één leerkracht lesgeeft en de andere observeert, parallelle co-teaching, alternatieve co-teaching, station teaching en complementaire co-teaching (zie eerder). Afhankelijk van de lesinhoud heeft ook elk van deze vormen zijn meerwaarde. Het is dan ook moeilijk om steeds vast te houden aan één vorm. Aanvankelijk kan co-teaching waarbij de ene leerkracht lesgeeft en de andere observeert interessant zijn om de klasgroep te leren kennen. Deze vorm van co-teaching kan ook gebruikt worden om na te denken over de samenstelling van de groepen (wie werkt geconcentreerd, wie heeft meer hulp nodig, enz.).  Daarnaast wordt ook vaak gebruik gemaakt van ondersteunende co-teaching, bijv. wanneer de leerkracht gewoon onderwijs de les geeft en de leerkracht BuO de leerlingen met extra vragen helpt. Parallelle co-teaching kan zinvol zijn om bijvoorbeeld de klas in twee groepen in te delen zodat alle leerlingen optimaal worden betrokken en er direct kan worden ingespeeld op de noden van de leerlingen. Doordat de groepen kleiner zijn, hebben sommige leerlingen minder schrik om te antwoorden. Een klasverdeling in een sterke en zwakke groep vraagt enige voorzichtigheid om niet te gaan stigmatiseren.

4.7 Enkele tips



Meer Lezen?