Co-teaching: 1 + 1 = 3. Met twee weet je meer!
Deze tekst valt onder het auteursrecht en is dus copyrighted.
Wanneer je de tekst of een deel eruit wil overnemen, afdrukken of copiëren,
is het normaal dat je daarvoor schriftelijk toestemming vraagt aan de rechthebbenden.
Dit kan op info@sintgregorius.be
1. Wat is co-teaching?
Bij co-teaching werken twee leerkrachten in één klaslokaal als gelijkwaardige partners samen om zoveel mogelijk leerlingen de doelstellingen van een les of een lessenpakket te laten halen.Ze dragen samen de verantwoordelijkheid voor een klasgroep.
Sinds de invoering van het M-decreet moeten scholen redelijke aanpassingen voorzien zodat elke leerling tot leren kan komen. Dat hierbij de draagkracht van de begeleidende leerkracht of het schoolteam onder druk komt te staan, is een veel gehoorde bezorgdheid. Manieren die deze draagkracht kunnen versterken, zijn daarom meer dan welkom.
1.1 Co-teaching binnen de pre-waarborgregeling
Vanuit het projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden van het Katholiek Onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen 'co-teaching' en 'teamteaching'. Onder 'teamteaching' verstaan zij twee leerkrachten uit het gewoon basisonderwijs (BAO) die allebei de opleiding onderwijzer volgden en die meestal reeds lesgaven in dezelfde basisschool. Bij co-teaching gaat het om personeelsleden met een verschillende opleiding en/of expertise die samen de verantwoordelijkheid voor een klas dragen. Concreet gaat dit over een leerkracht BAO en een personeelslid uit het buitengewoon basisonderwijs (BuBaO) die samen als gelijkwaardige partners voor de klas BAO staan.Bron: “Samen sterker op de klasvloer
via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet Vanhove
(projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden).
Deze visie van co-teaching kadert binnen het M-decreet en de daarbij horende (pre-)waarborgregeling. In het M-decreet heeft de Vlaamse overheid immers bepaald dat de leerlingenstroom van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs geen besparing mag inhouden. De zogenaamde waarborgregeling garandeert dat er geen middelen verloren gaan. Eén jaar vroeger dan verwacht heeft de Vlaamse overheid vast gesteld dat er 906 leerlingen minder in het BuBaO zitten. Daarom werd een pre-waarborgregeling uitgewerkt waarin de regering bepaald heeft dat de in het buitengewoon onderwijs vrijgekomen lestijden en uren in het schooljaar 2015-2016 kunnen gebruikt worden om het BAO te ondersteunen. Voor het katholiek basisonderwijs werden de middelen uit deze pre-waarborgregeling ingezet in het project 'Samen sterker op de klasvloer'. Bij dit project wordt ingezet op ondersteuning op de klasvloer via co-teaching. In het schooljaar 2015-2016 werden 84 personeelsleden uit het BuBaO ingeschakeld om aan co-teaching te doen in één of maximaal twee klassen in een gewone basisschool.
In het schooljaar 2016-2017 zal dit project verder worden uitgebreid. De huidige pilootscholen kunnen een tweede projectjaar aanvragen en ook nieuwe scholen kunnen zich kandidaat stellen. Naast co-teaching zullen ook enkele vernieuwende projecten worden opgezet. Deze worden gebundeld onder de noemer ‘BuBaO in duo met BAO'. Ook hier is het de bedoeling dat er extra ondersteuning vanuit het BuBaO naar het BAO komt. Ook voor het secundair onderwijs zullen er in het schooljaar 2016-2017 een beperkt aantal lesuren vanuit het buitengewoon secundair (BuSO) worden ingezet in het gewoon secundair onderwijs (SO).
1.2 Verschillende vormen van co-teaching
Bron: “Samen sterker op de
klasvloer via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet
Vanhove (projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden).
1) Eén leerkracht geeft les, de andere observeert
De leerkrachten bespreken vooraf waar de observerende leerkracht zal op letten. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een leerling en zijn gedrag. Leerkrachten kunnen ook elkaar observeren om vervolgens feedback te geven. Er wordt op voorhand afgesproken wat en hoe ze zullen observeren en hoe de informatie wordt genoteerd. Het doel van de observatie is specifieke data te verzamelen om daar vervolgens samen over te reflecteren.Dit model van co-teaching wordt vaak gebruikt in nieuwe co-teachingsituaties. Het is een veilige vorm om elkaar via doelgerichte observaties beter te leren kennen: wat is de leerkrachtstijl van deze collega of hoe speelt hij/zij in op bepaalde situaties die zich voordoen tijdens de les of activiteit?
2) Eén leerkracht geeft les, de andere begeleidt (ondersteunende co-teaching)
Eén leerkracht is verantwoordelijk voor de instructie aan de groep. De andere leerkracht loopt rond door de klas en begeleidt leerlingen die nood hebben aan extra ondersteuning. Bij dit model van co-teaching worden de rollen regelmatig omgedraaid. De leerkrachten beslissen zelf wie welke rol op zich neemt en houden rekening met elkaars talenten, competenties en noden.3) Station teaching
De klasgroep wordt in verschillende samenwerkingsgroepen verdeeld. De co-teachers geven aan twee groepen instructie; de andere groepen werken zelfstandig. Nadat de leerkracht een les, instructie of activiteit aan de eerste groep heeft gegeven, schuiven de groepen door, waarna dezelfde les, instructie of activiteit aan een andere groep wordt gegeven. Doordat je met twee leerkrachten in de klas staat, kun je aan twee groepen tegelijk instructie geven. De andere groepen werken zelfstandig aan bepaalde opdrachten. Daarom is een goed doordachte groepssamenstelling heel belangrijk. Werken met heterogene groepen is hier aangewezen.Het voordeel van dit model van co-teaching is dat het aantal leerlingen per leerkracht verkleind wordt. Zo kunnen de leerkrachten veel intenser met de leerlingen werken, kunnen leerlingen veel meer en actiever aan bod komen in de les en kunnen leerlingen elkaar ook ondersteunen bij het groepswerk. Dit model van co-teaching wordt frequent gebruikt.
4) Alternatieve co-teaching
Eén leerkracht geeft les aan de grote groep leerlingen en de andere neemt een kleinere groep voor haar rekening. Die kleine groep heeft bijvoorbeeld nood aan remediëring, extra individuele instructie, evaluatie of werken aan sociale vaardigheden. Dezelfde leerinhoud wordt in de twee groepen aangeboden, alleen met een verschillende aanpak. De co-teachers stemmen de aanpak af op de noden van de leerlingen. Deze vorm van co-teaching kan ook gebruikt worden bij pre-teaching (= een groep leerlingen krijgt op voorhand de instructie die gaat volgen in de les) en om te differentiëren in de instructie.Bij alternatieve co-teaching is het belangrijk om voldoende te variëren in de groepssamenstelling en daarbij moet er uiteraard rekening worden gehouden met de behoeften van de leerlingen. Het heeft bijvoorbeeld weinig zin om steeds éénzelfde kleine groep te remediëren. Ook dient men goed na te denken over hoe men de groepssamenstelling aan de leerlingen uitlegt.
5) Parallel teaching
De klas wordt in twee heterogene groepen verdeeld. Dezelfde les wordt gelijktijdig aan die twee groepen gegeven. Doordat de leerlingen in een kleinere groep zitten, is er een grotere betrokkenheid, meer ruimte voor vragen en meer tijd om die te beantwoorden. De leerkracht kan ook beter tegemoetkomen aan een specifieke instructievorm. Dit model kan bijvoorbeeld worden ingezet bij de introductie van een nieuw onderwerp, bij herhaling, inoefening of pre-teaching.6) Complementaire co-teaching
Bij deze vorm van co-teaching staan de twee leerkrachten samen voor de groep, geven ze samen instructie of begeleiden samen de activiteit. De leerkrachten ondersteunen elkaar en vullen elkaar aan. Er is een wisselende leiding, een evenwaardig partnerschap en beiden zijn verantwoordelijk voor het totaalpakket. Complementaire co-teaching is de zuiverste vorm van co-teaching. Deze vorm leunt sterk aan bij de striktste definitie van co-teaching.2. Voorwaarden voor succes
De dienst Lerenden van het Katholiek Onderwijs somt ook een aantal voorwaarden op voor succes.Bron: “Samen sterker op de klasvloer
via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet Vanhove
(projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden).
Verschillende onderzoeken hebben immers aangetoond dat bepaalde randvoorwaarden vervuld moeten zijn om co-teaching te doen slagen.
- Gedragen visie op co-teaching
Eerst en vooral is een gedragen visie op co-teaching van essentieel belang. Het is dan ook belangrijk dat het schoolteam voldoende tijd neemt om zich voor te bereiden op een dergelijke verandering. Er wordt best ruimte voorzien om vorming te volgen en zich als team te professionaliseren. - Leerkrachten en paramedici worden het best ook niet in de rol van co-teacher geduwd. Het ideale co-team kiest er net zelf voor en zal daardoor des te gemotiveerder zijn om co-teaching tot een succes te maken.
- Zodra je als co-team bent gestart, is het ook belangrijk om elkaar de nodige tijd te geven om te groeien.
- Ruimte voor overleg
Als directie zorgt men er best voor dat het co-team voldoende ruimte krijgt om te overleggen. Men staat met twee voor de klas en dat betekent dat ook de lessen of activiteiten samen moeten worden voorbereid en achteraf geëvalueerd. Daar wordt er best structureel tijd voor ingebouwd in het uurrooster van de leerkrachten.
3. Zeven tips
Het Steunpunt GOK formuleerde zeven tips als ondersteuning bij de eerste stappen in de wereld van het co-teachen5.Stap 1: Leer je partner kennen
Het is erg belangrijk dat er een goede band is tussen jou en je partner. Kies iemand bij wie je een goed gevoel hebt. Als je een partner toegewezen krijgt, aarzel dan niet om te melden wanneer je denkt dat het op persoonlijk vlak niet zal klikken. Leerlingen voelen namelijk erg goed aan wanneer er spanning is tussen twee leerkrachten en zij zullen niet aarzelen om die spanning uit te spelen.Stap 2: Bespreek jullie leerkrachtstijl
Jullie gaan samen een klas leiden. Het is erg belangrijk dat jullie van elkaar weten hoe jullie les geven, wat ieder van jullie belangrijk vindt. Observeer eventueel een paar individuele lessen van je partner, zodat je een goed zicht krijgt op zijn of haar manier van lesgeven.Stap 3: Analyseer je eigen leerkrachtgedrag
Dit is een erg moeilijke stap. Maar probeer voor jezelf op een rijtje te zetten wat je sterke en minder sterke punten als leerkracht zijn. Vergelijk elkaars lijstje en probeer zo jullie rol in de klas te definiëren. Een goed team is er één waar de sterktes van de individuele spelers het best tot hun recht komen.Stap 4: Bereid de lessen samen voor
Gebruik niet zonder meer de lesvoorbereiding van één van de twee partners. We willen niet zeggen dat je de lesvoorbereidingen van de afgelopen jaren moet negeren. Neen, vertrek van het materiaal dat er ligt, maar maak wel een nieuwe les. Op die manier zijn jullie samen auteur van de les en zijn jullie beide verantwoordelijk voor het welslagen ervan.
Stap 5: Expliciteer de doelen van de les
Jullie werken samen zodat alle leerlingen de vooropgestelde kennis en
vaardigheden verwerven. Om deze missie te doen slagen, is het
natuurlijk erg belangrijk dat jullie voor iedere les vastleggen wat
jullie willen bereiken met de leerlingen.Stap 6: Blijf praten
Hoe meer jullie van elkaar weten - op professioneel vlak wel te verstaan - hoe beter. Neem voldoende tijd om te bespreken wat jullie van de leerlingen in de klas verwachten. Zijn jullie even tolerant wat geroezemoes betreft? Hoe gaan jullie om met leerlingen die zich niet aan de regels houden? Op welke manier zullen de leerling-prestaties beoordeeld worden? Blijf ook praten doorheen het traject. Wees niet bang om elkaar opmerkingen te geven of om eerder gemaakte afspraken in vraag te stellen. Blijf vooral niet zitten met ergernissen, want die zullen de kracht uit jullie team halen.Stap 7: Experimenteer op jullie eigen tempo
Als team creëren jullie niet alleen een veilige leeromgeving voor de leerlingen maar ook voor elkaar. Co-teaching biedt op natuurlijke wijze ruimte om te experimenteren met nieuwe werkvormen, met mogelijkheden tot differentiatie, met diverse leerling-output. Ga niet overhaast te werk. Bepaal samen hoe ver jullie willen gaan met het uitproberen van nieuwigheden.4. Co-teaching met een leerkracht buitengewoon onderwijs uit het BuSO Sint-Gregorius
Het GON-team uit het BuSO Sint-Gregorius kreeg tijdens het schooljaar 2015-2016 de kans om enkele vernieuwende initiatieven op te zetten. Hierbij werd gefocust op het aanbieden van brede ondersteuning op de gastscholen, de zogenaamde 'systeemondersteuning'. Een belangrijk gegeven, aangezien dit vermoedelijk het pad is dat GON-begeleiders in de toekomst meer en meer zullen bewandelen. Eén van de initiatieven die onder deze systeemondersteuning valt, is co-teaching.Het is belangrijk om op te merken dat deze ondersteuningsvormen in de toekomst enkel vorm zullen kunnen krijgen wanneer hier extra uren voor beschikbaar zijn.
4.1 Enkele getuigenissen co-teaching vanuit het GON-team van BuSO Sint-Gregorius
Bron: Overzicht systeemondersteuning
GON BuSO Sint-Gregorius
“Leerkracht BuO en leerkracht GSO geven samen een vak gedurende een volledig schooljaar. De lessen worden samen voorbereid en vanuit de expertise van beide partners wordt er extra aandacht besteed aan de manier van lesgeven en het geven van opdrachten. Zaken zoals het niet begrijpen van de opdracht, het niet kunnen vinden van de juiste pagina, ... worden veel sneller opgemerkt waardoor leerlingen vlugger terug kunnen aansluiten bij het lesgebeuren. Beide leerkrachten hebben hun eigen stijl. De stijl van de ene leerkracht zal meer aansluiten bij de ene leerling en de stijl van de andere leerkracht meer bij de andere leerling. Hierdoor worden meer leerlingen bereikt. De leerkracht BuO is, bij voorkeur, ook aanwezig op de klassenraad voor deze groep.“
“Tijdens individuele opdrachten kunnen leerkrachten sneller ingaan op vragen vanuit de groep, leerlingen moeten minder lang wachten en kunnen sneller vooruit. Dit zorgt voor een hogere basisrust in de klas, wat alle leerlingen ten goede komt”
“Samenwerking tussen een leerkracht BuO en een vakleerkracht Techniek in het 2de middelbaar ASO. De vakleerkracht is expert in zijn vak, de leerkracht BuO in het opmerken van de noden van de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB). Hierbij kan de leerkracht BuO de vakleerkracht ondersteunen bij het in de praktijk brengen van tips in het lesgeven, in het opstellen van werkmateriaal, in het voorbereiden van oefenmomenten, in het vooropstellen van evaluatievormen,… in functie van de leerlingen met SOB zodanig dat dit ten goede komt aan alle leerlingen.”
“Elke les wordt samen voorbereid rekening houdend met de doelen, het inrichten van de leeromgeving, de noden van de leerlingen, de werkvormen, de evaluatievorm en de feedback vanuit de evaluatie van de vorige les.”
“Meer schematisch aan het bord brengen van het lesverloop en de te maken taken, herbekijken van bestaande documenten en die meer in stappenplannen gieten, evaluatievormen meer differentiëren zodanig dat verschillende vaardigheden/talenten van leerlingen aan bod komen, werken met heterogene groepen (ook afwisselen met individueel werken), aanpassen van werkvormen aan de hand van de thema’s uit de les. Aandacht voor de instructievorm, opdrachtvorm en samenwerkingsvormen.”
“Gedurende enkele weken meelopen in de lessen practicum. De leerlingen hebben verschillende proeven uit te voeren, elk groepje heeft een andere opdracht. Hier kan mee gedacht worden over welke structurele hulpmiddelen kunnen helpen om leerlingen zelfstandig te leren zijn tijdens het individueel werken. De vakleerkracht kan ook een deel van de leerlingen opvolgen wanneer de leerkracht BuO individueel feedback geeft. De leerkracht BuO probeert dan aan de hand van socratisch gesprek de leerling te stimuleren in zijn/haar denkproces zodat hij/zij leert een antwoord te zoeken op mogelijke vragen, zelf op zoek gaat naar oplossingsstrategieën. Na deze periode kan de leerkracht BuO de nodige hulpmiddelen uitwerken in samenspraak met de vakleerkracht.”
“Gedurende een korte periode ondersteuning bieden in een 1B klas. De klas bestaat uit een kleine heterogene groep leerlingen, die vaak extra noden vertonen. Voor de leerkracht is het niet haalbaar om elke leerling individueel te ondersteunen. Vooral tijdens de praktijklessen techniek en koken is extra ondersteuning zeker aangewezen: verschillende leerlingen hebben individuele verduidelijking van de opdrachten of instructies ‘op maat’ nodig. De aanwezigheid van de leerkracht BuSO kan hier zeker een meerwaarde zijn. De leerkracht BuSO merkt snel op welke leerlingen extra hulp nodig hebben en kan hier direct op inspelen. Vanuit de expertise van de leerkracht BuSO kan hulp ‘op maat’ aangeboden worden. De leerkracht BuSO wordt door de leerlingen ook als een echte leerkracht aanzien. Door de aanwezigheid van een “extra” leerkracht verloopt de les veel rustiger en ontstaat er minder chaos en rumoer.”
4.2 Aandachtspunten bij de opstart van co-teaching
Uit de intervisiemomenten met een aantal co-teachers, kunnen we volgende aandachtspunten voor een goede opstart van co-teaching voorstellen:- Beide scholen, gewoon en buitengewoon onderwijs, moeten vooraf uitklaren wat zij onder co-teaching verstaan en hierover afspraken maken.
- Een goede introductie door de directie in de klas bij het begin van het schooljaar is belangrijk.
- Ook een goede eerste les, waarbij leerlingen onmiddellijk de voordelen van het co-teachen opmerken, is van belang.
- Duidelijke communicatie en duiding van de rol van de leerkracht BuO zowel naar het leerkrachtenteam als naar de leerlingen.
- Het belang van observaties
Enkel in het geval de co-teaching niet op 1 september wordt opgestart.
Een observatie bij de start van co-teaching is essentieel. De leerkracht BuO moet de tijd krijgen om de klas, de regels en afspraken, de leidersstijl van de leerkracht, de sfeer in de klas, de vakinhoud, het werkboek, enz. te leren kennen. - Aandacht voor een goede match tussen de leerkracht BuO en de leerkracht uit het GO.
Het is belangrijk dat er goed wordt nagedacht over wie aan wie gekoppeld wordt en er een match is tussen de professionele karakters. - Een opstart op 1 september blijkt aangewezen. Het is niet altijd evident om achteraf in te stappen, waardoor het dan ook soms vechten is voor een plaatsje in de klasgroep. Eind augustus worden best de nodige afspraken en voorbereidingen gemaakt.
- Beide leerkrachten moeten openstaan voor co-teaching.
- De leerkracht BuO zal naast het co-teachen ook voldoende aanwezig zijn op de school GO.
- Het is belangrijk dat de leerkracht BuO het cursusmateriaal (werkboek én handleiding) ter beschikking heeft.
- Het is belangrijk dat de leerkracht GO al enige ervaring heeft met geven van het het bewuste vak.
- De intervisiemomenten van het Lerend Netwerk van de Broeders van Liefde en ook de intervisiemomenten van BuO Sint-Gregorius zijn zeker een meerwaarde voor een startende co-teacher.
4.3 Voorwaarden voor het welslagen
Naast het belang van een goede opstart zijn er ook belangrijke aandachtspunten voor het verdere verloop van co-teaching.- Voldoende tijd voorzien voor overleg tussen de leerkracht BuO en de leerkracht van het gewoon onderwijs.
De lesvoorbereidingen en het maken van afspraken over wie wat doet, vragen tijd. Ook na de les is er tijd nodig voor een nabespreking: wat liep goed, wat kan beter. De samenwerking tussen beide co-teachers is dan ook van cruciaal belang. Veel praten, communiceren en reflecteren is noodzakelijk voor een goede werking. Een vast wekelijks overlegmoment is dan ook aangewezen. - Een leerkracht BuO is geen personeelslid van de school gewoon onderwijs. Het is weliswaar belangrijk dat de leerkracht BuO betrokken is binnen de schoolwerking (bijvoorbeeld door aanwezigheid op de klassenraden).
- Een goede kennis van de leerstof door beide co-teachers is nodig.
- Intervisiemomenten tussen co-teachers zorgen voor een uitwisseling van expertise, nieuwe inzichten en ademruimte.
4.4 Voordelen voor co-teachers en leerlingen
Algemeen- Zowel leerkrachten BuO als leerkrachten uit het gewoon onderwijs hebben hun kwaliteiten, competenties en talenten. Ze vullen elkaar aan op verschillende vlakken. Leerkrachten BuO hebben heel veel kennis over leerlingen met SOB. Leerkrachten uit het GO zijn op hun beurt vakinhoudelijke experts.
- Het co-teachen zet de betrokkenen aan tot reflectie. Men staat meer stil bij de manier van werken.
Voor de leerlingen
- Er is meer tijd en ruimte voor een individuele aanpak van leerlingen, zowel tijdens een les met de volledige klasgroep als tijdens het werken in kleine groepen.
- Als co-teacher kan men sneller inspelen op problemen zoals startmomenten (niet weten hoe te beginnen of niet geconcentreerd zijn) of het niet begrijpen van de les. Met een individuele uitleg kan de co-teacher de leerling terug op het goede spoor zetten terwijl de collega co-teacher de klas opvolgt.
- Leerlingen hebben er baat bij om de uitleg vanuit een andere invalshoek te horen.
- Er kan gewerkt worden met niveaugroepen of andere vormen van groepswerk waardoor leerlingen meer betrokken worden bij de leerstof.
- Er is meer ruimte voor differentiatie (er kan bijvoorbeeld meer gevarieerd worden in werkvormen), waardoor meer kan aangesloten worden bij de noden van de verschillende leerlingen.
- Minder sterke leerlingen kunnen meer individueel benaderd worden. Sterkere leerlingen kunnen meer uitdagende oefeningen krijgen.
- Leerlingen voelen zich veiliger in een kleine groep.
Voor leerkrachten uit het gewoon onderwijs ingeschakeld als co-teacher
- Het brengt een soort rust: het geeft leerkrachten het gevoel dat ze er niet alleen voor staan.
- Het zit vaak in kleine dingen die ervoor zorgen dat het klasgebeuren vlot verloopt. Enkele voorbeelden: agenda klaarleggen, de cursus op de juiste pagina leggen, noteren op het bord terwijl de andere spreekt, het bijhouden van de aanwezigheden, enz. Zonder co-teacher is het onmogelijk om op al deze zaken te letten.
- De leerkracht uit het gewoon onderwijs wordt gestimuleerd om een andere bril op te zetten t.o.v. leerlingen met SOB.
- Leerkrachten uit het gewoon onderwijs durven met behulp van een co-teacher meer werkvormen uit te proberen.
Voor de leerkracht BuO
- De leerkracht BuO (bijv. een GON-begeleider) is meer geïntegreerd op de gastschool en wordt daardoor meer als een volwaardig lid van de school gezien.
- Het werkt verruimend om (terug) voor een (grote) klas te staan. De leerkracht BuO (bijv. een GON-begeleider) is zich meer bewust van wat hij/zij vraagt van leerkrachten. Door zelf voor de klas te staan, beseffen co-teachers dat hetgeen ze verlangen van leerkrachten uit het gewoon onderwijs soms moeilijk realiseerbaar is. Dit zet hen aan om verder na te denken over hoe de wensen op een haalbare manier kunnen verworven worden.
- De expertise van de leerkracht BuO kan worden toegepast op alle leerlingen met SOB. Op die manier doet de olievlek zijn werk en wordt de expertise veel meer verspreid binnen de school.
- De leerkracht BuO leert ook veel van de uitwisseling met het gewoon onderwijs. Bijvoorbeeld: meer inzicht in de klasdynamica, het belang van differentiëren, enz. Dit leidt tot een hernieuwd respect voor leerkrachten uit het gewoon onderwijs.
4.5 Uitdagingen
Algemeen- Blijvend aandacht geven dat de klasgroep de beide leerkrachten niet tegen elkaar opzet of uitspeelt. Waakzaamheid, goede afspraken en open communicatie zijn een noodzaak.
Voor de leerkracht BuO
- Soms is het zoeken naar een evenwicht in de voorbereidingen van de lessen co-teaching enerzijds en het opvolgen en voorbereiden van de (individuele) GON-begeleidingen anderzijds.
- Het vraagt soms wel een inspanning van de GON-begeleider om de inhoud van bepaalde vakken (terug) meester te zijn.
- (Terug) voor een (grote) klas staan, is niet altijd evident.
- Wanneer de leerkracht BuO voornamelijk wordt ingeschakeld om de leerlingen onder controle te houden, is dit geen evidente taak en is er weinig meerwaarde op lange termijn.
- In het begin is er soms een onevenwicht tussen beide co-teachers. Voor leerkrachten uit het gewoon onderwijs die het vak al jaren geven, is het niet altijd evident om inhoudelijke zaken uit handen te geven.
Voor de leerkracht uit het gewoon onderwijs
- Het is ook voor leerkrachten uit het gewoon onderwijs zoeken naar een evenwicht in de voorbereiding van de lessen co-teaching enerzijds en de gewone lessen anderzijds.
4.6 Aan welke vormen van co-teaching wordt de voorkeur gegeven?
Bij een langdurende of structurele co-teaching nemen beide leerkrachten
structureel de verantwoordelijkheid op voor een aantal lesuren. De
taken (voorbereiding, keuze werkvormen, les geven, organiseren
oefenmomenten, evaluatiemomenten, …) worden samen opgenomen i.f.v. een
maximale afstemming op de diverse leerlingengroep. Bij een kortdurende
co-teaching nemen beide leerkrachten samen de verantwoordelijkheid op
voor één of meerdere lessen. Op basis van een concrete hulpvraag wordt
gekeken hoe het lesverloop kan worden bijgestuurd i.f.v. de diverse
leerlingengroep. Na een periode van co-teaching wordt bekeken of de
vakleerkracht bepaalde aanpassingen kan integreren in het lesverloop,
zonder de aanwezigheid van de leerkracht BuO.Beide vormen kunnen zinvol zijn. Het is belangrijk om goed de doelen die men wenst te bereiken voor ogen te houden om zo bewust te kunnen kiezen voor de ene of andere vorm. Het voordeel van een volledig schooljaar samen te werken is dat beide co-teachers de leerlingen goed leren kennen. Door meer in de klas aanwezig te zijn, kan de co-teacher vlugger inspelen op de noden van de leerlingen. Bij een kortdurende co-teaching wordt soms meer kort op de bal gespeeld in klassen of situaties waar het even moeilijker verloopt.
Naast de opdeling kortdurende/langdurende co-teaching wordt ook een onderscheid gemaakt tussen ondersteunende co-teaching, co-teaching waarbij één leerkracht lesgeeft en de andere observeert, parallelle co-teaching, alternatieve co-teaching, station teaching en complementaire co-teaching (zie eerder). Afhankelijk van de lesinhoud heeft ook elk van deze vormen zijn meerwaarde. Het is dan ook moeilijk om steeds vast te houden aan één vorm. Aanvankelijk kan co-teaching waarbij de ene leerkracht lesgeeft en de andere observeert interessant zijn om de klasgroep te leren kennen. Deze vorm van co-teaching kan ook gebruikt worden om na te denken over de samenstelling van de groepen (wie werkt geconcentreerd, wie heeft meer hulp nodig, enz.). Daarnaast wordt ook vaak gebruik gemaakt van ondersteunende co-teaching, bijv. wanneer de leerkracht gewoon onderwijs de les geeft en de leerkracht BuO de leerlingen met extra vragen helpt. Parallelle co-teaching kan zinvol zijn om bijvoorbeeld de klas in twee groepen in te delen zodat alle leerlingen optimaal worden betrokken en er direct kan worden ingespeeld op de noden van de leerlingen. Doordat de groepen kleiner zijn, hebben sommige leerlingen minder schrik om te antwoorden. Een klasverdeling in een sterke en zwakke groep vraagt enige voorzichtigheid om niet te gaan stigmatiseren.
4.7 Enkele tips
- Maak goede afspraken van bij het begin.
- Zorg dat het klikt met je co-teacher.
- Durf te zeggen wat je wel en niet ziet zitten.
- Sta open om iets nieuws uit te proberen.
- Voel je verwant met het vak dat je moet geven.
- Begin op 1 september met co-teachen.
- Probeer zoveel mogelijk zichtbaar te zijn op de school.
- Bevraag de leerlingen over hun ervaringen met co-teaching (hoe hebben zij die lessen ervaren, welke voordelen zien zij, …). Dat kan op het einde van het schooljaar, maar eventueel ook in het midden van het jaar zodat de evaluatie kan gebruikt worden om bij te sturen.
- Wees je ervan bewust dat jullie beiden zullen groeien in het co-teachen. Geef elkaar ook de tijd en ruimte om te groeien. Het kan helpen om te starten met een vorm van co-teaching die beide goed ligt.
Meer Lezen?
- Het voormalige Steunpunt Gelijkeonderwijskansen maakte twee documenten met tips over co-teaching.
Hoe begin ik aan co-teaching?
http://www.steunpuntgok.be/downloads/goktip_co_teaching_praktisch.pdf
Eén is maar alleen: de voordelen van co-teaching.
http://www.steunpuntgok.be/downloads/goktip_co_teaching.pdf - “Met twee weet je meer”, Klasse voor leraren.
https://www.klasse.be/archief/met-twee-weet-je-meer/ - “Nieuwe trend in het onderwijs: samen voor de klas”, De Morgen, 25-01-2016.
http://www.demorgen.be/binnenland/nieuwe-trend-in-het-onderwijs-samen-voor-de-klas-b1a0189c/ - “Samen sterker op de klasvloer via co-teaching”, Lien De Feyter, Annemie Jennes en Greet Vanhove (projectteam pre-waarborgregeling Dienst Lerenden Katholiek Onderwijs Vlaanderen).